Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Non-correlatie of turbocorrelatie?

Niet alleen banken en verzekeraars dreigen te bezwijken onder de zware last van de kredietcrisis.

Inmiddels is duidelijk geworden dat ook de pensioenfondsen er niet zonder zeer forse kleerscheuren vanaf gaan komen. Het merendeel is ruimschoots onder zijn dekkingsgraad gezakt en een langdurige voortzetting van deze baissemarkt zou rampzalig zijn.

Na het uiteenspatten van de internetzeepbel aan het begin van deze eeuw konden de pensioenfondsen het vege lijf nog redden door hun premies fors te verhogen en de indexatie tijdelijk buiten werking te stellen. Nu is er minder ruimte om hun tegenvallende beleggingsresultaten op te vangen. En men dacht deze keer de steen der wijzen gevonden te hebben.

In navolging van de succesvolle beleggingsstrategie van de grote universiteiten in de VS besloten de pensioenfondsen hun beschikbare vermogen naast de traditinonele asset classes als aandelen en obligaties steeds meer te gaan beleggen in relatief nieuwe assets als grondstoffen, vastgoedfondsen, bedrijfsobligaties, emerging markets, hedge funds en private equity. Het sleutelwoord was het begrip non-correlatie. Door in al deze verschillende asset classes te beleggen werd het risico gereduceerd met meer stabiele rendementen als gevolg. Het zou immers niet snel gebeuren dat alle assets tegelijk daalden. De uitspraak er geen “free luch” is op de beurs werd gelogenstraft. Die was er wel degelijk. Leek het.

En toen kwam de kredietcrisis en men kwam collectief thuis van een koude kermis. Eens in de zoveel tijd komt er een “zwarte zwaan” overvliegen: er vindt een gebeurtenis plaats waardoor alle theorieën en statistieken in de prullenmand kunnen. Iets wat bij wijze van spreken 30 jaar heeft gewerkt blijkt opeens niet meer te werken. Van non-correlatie was opeens geen sprake meer. Op de staatsobligaties na zakten alle assets finaal door het ijs. De meeste pensioenfondsen en mixfondsen die het ei van Columbus dachten te hebben gevonden werden met een onaangename realiteit geconfronteerd.

Waarom ging het mis? Terugkijkend blijkt de – jarenlang succesvolle – strategie twee zwakke plekken te herbergen. Ten eerste werden alle assets door dezelfde factoren opgeblazen: een lage rente en een exceptionele wereldwijde economische groei. Het zelfvertrouwen van beleggers werd er dusdanig door aangewakkerd dat men de resultaten ook nog eens besloot op te pompen met het gebruik van veel geleend geld. Toen het vertrouwen als gevolg van de kredietcrisis wegkwijnde werden deze beleggers massaal gedwongen hun posities te liquideren met de volledige ineenstorting van nagenoeg alle markten tot gevolg. Ten tweede bleken sommige asset classes vrij gering van omvang. De beperkte liquiditeit droeg aanvankelijk juist bij aan de spectaculaire rendementen maar het draaien van de markt leidde tot het zogenaamde “roeibooteffect”. Als iedereen een bepaalde asset class tegelijk verlaat kapseist de boot.

Was deze strategie dan vanaf het begin gedoemd te falen? Het is inderdaad zo dat ten tijde van crises alle beleggingen de neiging hebben om tegelijk te dalen. Hier dient echter tegenin gebracht te worden dat iedere correlatie lager dan één de moeite waard is om na te streven. Het leidt toch tot risicoreductie. Bijvoorbeeld hedge funds verliezen dit jaar als asset class veel geld maar doen het nog aanmerkelijk beter dan de aandelenmarkt. In de tweede plaats is er wel degelijk een verschil tussen correlatie op de korte en op de lange termijn. Zo wijken asset classes als vastgoed en grondstoffen behoorlijk af van aandelen. Zie hiervoor de periode 2000-2002. Ten derde, en dat is wellicht het belangrijkste argument voor voortzetting van deze strategie , blijkt risicospreiding op deze wijze wel degelijk te werken mits professioneel toegepast.

En daar zit hem de crux. Veel pensioenfondsen gingen wel spreiden over de verschillende asset classes maar bleken per asset class afzonderlijk niet verder te komen dan een veredelde vorm van indexbeleggen. Wanneer men daarentegen per asset class kiest voor een meer uitgekiend beleggingsbeleid gericht op outperformance kunnen de rendementen aanzienlijk verbeteren. Zo bleek de grootschalige keuze voor hoogrenderende bedrijfsobligaties niet erg gelukkig (de oorsprong van de kredietcrisis). Deze obligaties bewegen uiteindelijk nagenoeg identiek aan aandelen en er wordt dus geen risicoreductie mee gerealiseerd. Een keuze  voor staatsobligaties had dit voorkomen. Ook de populaire asset class private equity heeft niets toegevoegd. Ja, alleen meer risico. Private equity belegd vaak in beursgenoteerde aandelen, maar met veel geleend geld. Geen non-correlatie dus maar meer een turbocorrelatie.

Jan-willem Nijkamp
Inmaxxa Vermogensbeheer

Jan-willem Nijkamp is Senior Vermogensbeheerder bij de onafhankelijke vermogensbeheerder Inmaxxa (www.inmaxxa.nl). Hij begeleidt vermogende particulieren en instituten.

Disclaimer Nijkamp: niet van toepassing.

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *