Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Speculeren versus beleggen

De grote Harry Browne heeft me iets doen inzien. Wat is het verschil tussen speculeren en beleggen? Speculeren is proberen een beter resultaat te behalen dan het gemiddelde van wat de markten doen. Beleggen is proberen het gemiddelde resultaat te behalen van wat de markten doen.

Harry Browne raadt aan om het kapitaal dat hij of zij niet wil verliezen te beleggen volgens de volgende ratio:

  • 25% Aandelen – Goed Tijdens Welvaart
  • 25% Cash – Goed Tijdens Recessie
  • 25% Goud – Goed Tijdens Hyperinflatie
  • 25% Obligaties – Goed Tijdens Deflatie

Hij zegt dat je met dergelijke portefeuille beschermd bent tegen elke mogelijke situatie in de markten. De meerderheid van ons bestaan bestaat uit welvaart periodes. Alles gaat goed, de wereld groeit. Weinig faillissementen. Weinig risico in de markt. De interest voeten gaan langzaam omlaag. Genoeg aanbod aan goedkope grondstoffen en prijzen zakken langzaam. Winstmarges van bedrijven stijgen. Goud is een desastreuze belegging maar Aandelen doen het schitterend en trekken de hele portefeuille toch in de groene zone. (1950-1968, 1982-2000)

Recessie

Geregeld hebben we ook te maken met recessies, een tijdelijke terugval. Mensen en bedrijven verdienen minder dan verwacht. Aandelen doen het slecht, goud ook, maar de obligaties die lange termijn staatsobligaties (30 jaar) zijn en een relatief hoge interest geven alsook de cash, die in korte termijn staatsobligaties (1 jaar) belegd is, weten de schade toch te beperken (1981, 1994, 2000-2002).

Inflatie

Daarnaast hebben we ook soms sterke inflatie periodes. Deze zijn van een andere aard dan normale recessies. Je zit met een langdurige toenemende inflatie, grondstoffen worden duurder, winstmarges van bedrijven verkleinen, faillissementen en risico in de markt nemen toe, rentevoeten gaan omhoog, aandelen lijken het goed te doen maar inflatie ingerekend doen ze eigenlijk slecht, maar korte en vooral lange termijn staatobligaties door hun vaste rentevoet zijn een ramp. Gelukkig is goud er, blinkt het als nooit tevoren en weet het de hele portefeuille toch in de groene zone te trekken (1975-1980, 2003-2007).

Deflatie

Het laatst mogelijke scenario is een deflationistische depressie. Een langdurige contractie in het aantal geld en krediet dat in de economie stroomt. Een complete ramp voor aandelen maar ook goud gaat nominaal naar beneden. Enkel cash doet het goed en omdat de rentevoeten nu langdurig naar beneden gaan zijn lange termijn overheidsobligaties van stevige overheden de enige en echte goudmijn. (2008-…)

De obligatie portefeuille bestaat uit enkel overheidsobligaties en enkel met een zo lang mogelijke looptijd omdat je dan een hefboomeffect hebt. Zie artikel Staatsobligaties BOOM of BUST voor uitleg hoe dit werkt. Wanneer je de 30 jarige staatsobligatie hebt gekocht vervang je deze bijvoorbeeld na 10 jaar met een nieuwe zodat je langlopende obligaties blijft hebben. Het aandelen pakket bestaat uit een eenvoudig indexfonds dat de markt traceert. Zilver of andere metalen vindt hij niet nodig omdat goud met de meeste zekerheid de juiste bescherming zal bieden. Cash hou je best in de vorm van voornamelijk zeer kort lopend overheidspapier en wat cash in je bank kluis. Goud sla je ook veilig op en bij voorkeur ook een deel in het buitenland.

Balanceren

Hij raadt aan van de portefeuille ook uit te balanceren wanneer bepaalde activa is toegenomen in waarde en de rest is afgenomen. Bijvoorbeeld stel dat cash 35% van de portefeuille is geworden omdat de rest gezakt is. Dan breng je cash terug naar 25% en koop je wat het meeste nodig is om de andere activa groepen terug op 25% te brengen. Op die manier verkoop je wat gestegen is en koop je wat gedaald is.

Zo blijf je van elke activa een juiste proportie hebben en blijf je beschermd. Hij raadt aan van de aanpassing te doen telkens er een activa groep stijgt tot 35% of zakt tot 15%. Je kunt dat jaarlijks 1 keer checken of als je de markten sporadisch volgt en je merkt dat een bepaalde groep de lucht in schiet of met hoge snelheid daalt, dan kan je het sneller doen.

Hij beweerde in 2004 dat zijn portefeuille over een periode van 20-30 jaar slechts 4 jaren negatief is gegaan en dit maximum 6%. Ik weet ook dat zijn portefeuille in de jaren 90 natuurlijk serieus heeft ondergedaan aan het gemiddelde van de beurs. Omdat goud het toen slecht deed en cash ook. Vele zullen in die periode dergelijke portefeuille verlaten omdat iedereen 10-15% rendement gemiddeld haalt want de meesten hebben geen echte gespreide portefeuille maar een beurs/obligatie portefeuille, en dat ging lekker in de jaren 90! Zijn portefeuille zal toen maar 5% jaarlijks rendement gehaald hebben over 10 jaar tijd.

Er zijn veel ‘ideaal’ professionele gebalanceerde portefeuilles ontwikkeld maar zijn permanente portefeuille heeft in 2008 toch de best prestaties neergezet. De verklaring is dat de meeste gebalanceerde portefeuilles scenario’s als sterke deflatie en sterke inflatie niet serieus genoeg nemen en er dus ook niet degelijk tegen beschermd zijn. Zijn permanente portefeuille wordt bijgehouden op madmoney.

Op de vraag: “Hoe is het mogelijk dat in vele scenario’s 3 van de 4 activa het slecht doen en dat je toch een positief rendement hebt dankzij die ene activa?” Zijn antwoord is dat wanneer een bepaalde activa in een ‘bull’ markt zit deze veel meer stijgt dan de dalingen van de andere activa die in een ‘bear’ markt zitten. Bijvoorbeeld stel dat begin jaren 70 je 90% in aandelen hebt en 10% in goud. In 1980 zijn je aandelen nominaal naar beneden desondanks er nog een serieuze inflatie is geweest ook. Echter goud is in dezelfde periode nominaal 20 keer meer waard geworden. Dus die 10 goud is makkelijk 100 geworden en de 90 aandelen zijn 60 geworden. Je hebt dus nu 160 in plaats van 100 in je portefeuille. Echter, er is ook serieuze inflatie geweest dus 100 in 1970 is hetzelfde waard als 160 in 1980. Met inflatie ingerekend ben je dus geen koopkracht verloren dankzij het kleine aandeel goud.

Harry Browne heeft wel serieuze autoriteit op dit vlak want hij is namelijk een goede speculant. Hij heeft in het jaar 1969-70 een boek uitgebracht met de visie dat inflatie serieus ging toenemen, de dollar sterk zou verminderen in waarde en goud omhoog zou gaan. Het was de juiste ‘call’ op het juiste moment. Op de top in 1980 heeft hij ook een boek uitgebracht dat het nu tijd was om het goud te verkopen en terug in aandelen en obligaties te gaan. Dat was ook een zeer juiste ‘call’. Als men hem vraagt hoe deed je het van zo juist te zijn zegt hij: geluk. En hij meent het. Indien hij de mogelijkheid had gehad zijn boek uit te brengen in 1965 dan zou hij dat ook gedaan hebben want het klimaat was hetzelfde en zijn visie ook. Echter, men zou hem geen held gevonden hebben want van 1965 tot 1970 zouden beleggers die zijn advies gevolgd hadden het zich beklagen. Je bent nooit zeker of je voorspellingen gaan uitkomen en indien het al zou gebeuren is het absoluut onmogelijk de juiste tijd erop te plakken. Echter timing is cruciaal om goed te speculeren en geluk is je beste vriend.

Harry Browne doet me inzien dat ik met mijn portefeuille aan het speculeren ben. En hij raadt aan van dat niet te doen met het vermogen dat je nodig hebt. Hij zegt dat je een permanente portefeuille moet hebben en indien je echt wil speculeren hou je daarnaast een variabele portefeuille waar je mee kan spelen. Je mag nooit wanneer je variabele portefeuille een ramp blijkt te zijn, fondsen van je permanente portefeuille afhalen om nog wat meer te kunnen speculeren.

Mijn portefeuille

Mijn portefeuille bestaat uit 45% edele metalen, 45% cash en 10% aandelen. Dat is speculatie. Cash heb ik omdat ik speculeer op deflatie. Edele metalen omdat ik speculeer op inflatie. Ik heb geen obligaties en nauwelijks aandelen omdat ik speculeer op recessie, depressie. Volgend jaar kan het blijken dat ik fout was. Bijvoorbeeld edele metalen halveren in waarde. Of de beurs of obligaties verdubbelen in waarde. Ik kan gemakkelijk 30% koopkracht verliezen met deze portefeuille op 1 jaar. Dan heb ik het niet beter gedaan dan de meeste Belgen en Nederlanders in 2008. Een complete ramp dus.

Ik zou kwaad zijn op mezelf omdat ik gespeeld heb met kapitaal dat ik nog nodig heb. Indien het omgekeerde gebeurt en ik scoor dik dan is het nog gevaarlijker. Dan begin ik nog te geloven dat ik een goede speculant ben waardoor ik nog meer risico’s neem met al mijn kapitaal om vroeg of laat nog harder geconfronteerd te worden met mijn onkunde.

Speculeren is leuk. Markten bestuderen en de toekomst voorspellen is super. Speculanten zijn ook belangrijk. Zij denken na over waar kapitaal het beste naartoe stroomt. Indien zij juist kiezen worden ze rijkelijk beloond. Indien ze fout kiezen verliezen ze alles. Speculanten zijn de hersenen van ons markt kapitalisme. Hoe meer goede speculanten we hebben hoe nuttiger ons kapitaal besteed wordt en hoe meer vooruitgang me maken als maatschappij. Ik geloof ook dat speculeren een vak is dat wel degelijk te leren is.

Maar de realiteit is dat een goede speculant 60% juist zit en 40% fout. Dan doe je het beter dan het gemiddelde van de markt en ben je het waard ervoor betaald te worden. De meeste professionele beleggers halen echter minder dan het marktgemiddelde en zitten dus 60% fout en 40% juist. Zo is bewezen dat 80% van alle beheerde fondsen minder rendement haalt dan een onbeheerd indexfonds dat automatisch de aandelen of obligaties koopt die tot een index behoren. Speculeren is een vak dat je leert met vallen en opstaan. Zoals elk vak zijn er maar een paar echt goede. Al je kapitaal gebruiken kan een duur lesprogramma worden om je het vakmanschap aan te leren of te ontdekken dat het niet tot jouw talenten pakket behoort. Want iedereen kan piano leren spelen maar het is aangeboren talent dat zal bepalen of je zult uitblinken of niet.

Alles in cash of alles op een spaarrekening is natuurlijk ook speculeren. Er zijn veel periodes waar je absoluut niet het marktgemiddelde zal halen en je koopkracht dus daalt. Er zijn zelfs periodes waarin je het op 1 dag allemaal kan verliezen. Bijvoorbeeld in de jaren 30 werden banken niet gered door de overheid, was er geen garantie van de overheid op spaarrekeningen en waren mensen met een spaarrekening alles kwijt. Jezelf wijsmaken dat dit vandaag niet meer kan gebeuren is gevaarlijk. Alles in cash kan je ook op zeer korte tijd allemaal verliezen door het uitbreken van hyperinflatie (Duitsland jaren 20) of het aanslaan van biljetten door de overheid (Gutt Operatie België 1948). In zo een scenario’s zullen de andere activa je redden, als je ze hebt.

Gespreid beleggen, een woord dat veracht wordt door vele speculanten, is nog zo dom niet. Maar je moet wel degelijk echt gespreid beleggen. Niet zoals de grootbanken die je een ‘gespreide portefeuille’ geven met enkel aandelen en bedrijfsobligaties. Aandelen en bedrijfsobligaties doen het alleen goed in tijden van welvaart en recessie. Echter in tijden van sterke inflatie of sterke deflatie verlies je 80% van je koopkracht met dergelijke eenzijdige portefeuille op een paar jaar tijd.

Vastgoed daar zegt hij over dat het geen belegging is. Dit omdat het niet liquide is en je het niet kan schalen in je portefeuille. De waarde is moeilijk te bepalen en als het een te grote proportie in je portefeuille aanneemt dan kan je moeilijk een stuk eraf snijden.

Een eigen huis is een consumptiegoed. Je koopt het omdat je meer controle hebt over je omgeving. Jij kunt beslissen wat je verbouwt in je huis want het is van jouw. Je koopt het ook voor zekerheid. Zekerheid dat je er volgend jaar niet kan uitgezet worden omdat de verhuurder beslist het te verkopen bijvoorbeeld. Het is mogelijk dat je huis sterk stijgt in waarde maar dat helpt je meestal niet want als je verhuist zal je ook dat nieuwe huis meer moeten betalen. En omgekeerd, indien het daalt, doet het er ook niet toe want het andere huis dat je later zal kopen zal ook gedaald zijn. Wel zegt hij dat voor mensen die op pensioen gaan en dus geen huis meer zouden kopen maar de opbrengst van de verkoop nodig hebben om te leven, er veel belang aan hebben van de verkoop juist te timen. Maar dat zijn de enige.

Hij zegt ook dat je een bedrijf kan opzetten rond huizen kopen, verkopen, verhuren etc. En zoals in elke activiteit, als je er een neus voor hebt, het graag doet, is er geld te verdienen. Net zoals bij elke handelaars beroep.

Als ik mezelf de vraag stel, heb ik nu kapitaal dat ik bereid ben te verliezen aan speculatie? Heb ik kapitaal dat ik kan missen in de toekomst? Dan is mijn antwoord hierop: neen. Elke euro dat ik heb zal ik nog nodig kunnen hebben. Ik heb geen 10% dat ik kan missen. Het idee van 100% van mijn kapitaal te beschermen tegen mezelf door een permanente portefeuille te hebben, volgens de verhoudingen dat Harry Browne adviseert, geeft mij een goed gevoel. Een gevoel van veiligheid. Een gevoel dat ik eindelijk mag stoppen met de markten obsessief te volgen. Een gevoel van vrijheid waardoor ik me kan focussen op wat echt belangrijk voor mij is: een carrière en een eigen gezin uitbouwen.

Harry Browne is overleden in 2006. Hij was een groot man. Hier kan je zijn schitterende radio shows over beleggen nog beluisteren, een besliste aanrader.

Marc de Mesel
http://www.marcdemesel.be

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *