Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Spanje, land van de toekomst

Als figuurlijk het bloed door de straten vloeit en sombere verhalen de boventoon voeren is slechts een dappere enkeling bereidt zijn zuurverdiende geld voor de lange termijn te investeren. Juist dan zijn uiteraard de prijzen flink gedaald. Kwestie van vraag en aanbod. Tegelijkertijd staan de meeste potentiële beleggers op dat moment aan de zijlijn terwijl zij op termijn, lekker gemaakt door verhalen van riante winsten en juichende krantenkoppen, de weg richting markt wel weer weten te vinden. Weliswaar tegen fors hogere prijzen. Kwestie van vraag en aanbod.

De waarderingen op aandelenmarkten zijn een optelsom van toekomstverwachtingen en het nieuws van vandaag is al lang in de koersen verwerkt. Economieën zijn cyclisch van aard en na een periode van slecht nieuws wordt de kans steeds groter dat er minder slecht nieuws komt waardoor de optelsom van de toekomstverwachtingen naar boven bijgesteld moet worden.

Spanje voldoet aan het cliché van bloed door de staten en de krantenkoppen over Spanje zijn zeer somber gestemd: “Het Europese vakantieland in puin”. De feiten zijn er ook naar.  Maar pas sinds kort.

Na het vertrek van Franco in de jaren zeventig kon Spanje eindelijk aan haar inhaalrace beginnen. Nadat in de jaren tachtig het toerisme de eerste  bouwsteen van de economie werd wist Spanje het afgelopen decennium pas echt tot de wereldwijde economische elite toe te treden.  In 2004 was Spanje opgeklommen tot de achtste economie van de wereld en de levensverwachting behoorde tot de hoogste 3 in de wereld. Spanje werd door de economen van de serieuze Deutsche Bank in 2007 zelfs als economisch wonder geclassificeerd.

De fundamenten bleken echter op drijfzand gebaseerd. Dit wonder kwam namelijk voort uit een ongekende bouwwoede die haar  weerga in de moderne geschiedenis niet kent.  In de loop van het vorige decennium was 20% van de Spaanse bevolking direct of indirect economisch afhankelijk van de bouwsector. Spanje bouwde elk jaar 750.000 woningen. Meer dan de optelsom van Duitsland, Frankrijk en Italië, die gezamenlijk 4.5 keer zoveel (en gemiddeld ook nog eens meer welvarende) inwoners hebben. Uiteindelijk zijn er 50% huizen meer gebouwd dan dat er Spaanse  huishoudens zijn. Waar was het aanbod op gebaseerd? Los van pure speculatie.

Allereerst zette de Spaanse regering de poorten voor immigranten wijd open. Dusdanig, dat met terugwerkende kracht zelfs de Hollandse PVDA regenten van de jaren zeventig er van op zouden kijken. Met name Spaans sprekende inwoners van voormalige koloniën werd geen duimbreed in de weg gelegd. Op dit moment is 13% van de inwoners niet geboren in Spanje terwijl dit percentage in 1999 nog slechts 1.5% bedroeg. Al deze nieuwe inwoners hadden natuurlijk wel onderdak nodig.

Daarnaast was er de ongekende economische voorspoed van de Europese babyboomers die met het vooruitzicht van pensionering een warm onderkomen zochten. Want, een onvoorstelbare voorspoed is het geweest. Volgens de Herengrachtindex, zijn de gemiddelde huizenprijzen aan de Amsterdamse Herengracht, alhoewel niet representatief voor heel Nederland, sinds eind jaren zeventig absoluut gezien met 2000% gestegen. Dit is een gevolg van de grootste welvaartsstijging uit de westerse geschiedenis die onder meer door de lange vredestijd en de versnelde technologisering na de 2de wereld oorlog mogelijk werd gemaakt. Dit betekende ook dat de babyboomers die eind jaren zeventig en begin jaren tachtig hun eerste schreden op de huizenmarkt hebben gezet de waarde vaan hun bezit zonder inspanning spectaculair hebben zien stijgen.  Dusdanig, dat richting pensionering bij verkoop van het afbetaalde huis een zorgeloos leven in het verschiet kan liggen. Met de gemiddelde verkoopopbrengst van een Nederlands huis leef je in driekwart van de wereld als god in Frankrijk. Inclusief 3x per dag uit eten, hetgeen mogelijk wordt gemaakt door personeel dat vaak amper meer dan 10USD per dag verdiend.  Dichter bij huis leek Spanje een aantrekkelijk alternatief. Goed te bereiken en een bekende Europese cultuur. De Spaanse bouwsector anticipeerde er alvast op.

In het kielzog van de Spaanse bouwwoede ontstonden financiële giganten. Banco Santander en BBVA ontwikkelden zich tot spelers van wereldformaat met als basis een florerende thuismarkt. Veel Spanjaarden kochten op krediet een tweede huis in de hoop deze zonder inspanning met een mooie winst later te verkopen. Tot het uitbreken van de kredietcrisis waren de huizen in 15 jaar gemiddeld 3a4 keer zo duur geworden en de prijzen in Madrid of Barcelona begonnen die van Parijs en Londen te benaderen. De benodigde hypotheek werd snel verstrekt, want, indien huizenprijzen toch alleen maar stijgen is het onderpand op zich al voldoende garantie…

De speculatieve zeepballon kreeg niet de tijd om langzaam leeg te lopen. De kredietcrisis, met als basis de Amerikaanse woningmarkt, zorgde er voor dat de Spaanse achilleshiel in een keer werd bloot gelegd. De Spaanse woningmarkt implodeerde en in haar kielzog trok het de gehele Spaanse economie met zich mee. De gevolgen voor de levensstandaard van de Spanjaarden zijn onbarmhartig. De werkloosheid, alhoewel in Spanje historisch altijd al hoog, is opgelopen naar 20.7%. Onder jongeren tussen de leeftijd van 16 en 24 is de werkloosheid zelfs 42.9% waardoor deze generatie door de New York Times al is omgedoopt tot de “lost generation”.

Spanjaarden met vaste arbeidscontracten zijn wettelijk zeer goed beschermd en daardoor kostbaar om te ontslaan waardoor jongeren en immigranten doorgaans tijdelijke en onderbetaalde contracten krijgen voorgehouden. In tijden van crisis wordt goedkoop afscheid genomen.

De problemen van Spanje hebben er toe geleidt dat de Piranha’s van het internationale flitskapitaal bloed ruiken. Er wordt geredeneerd dat na Griekenland, Portugal en Ierland, de internationale kapitaalmarkten wel eens op slot kunnen gaan voor Spanje. Een vernederende aanvraag bij het Europese steunfonds zou het gevolg zijn. Dit scenario zou de opmaat kunnen zijn voor het einde van de euro in de huidige vorm en het beleggingsjaar 2011 kunnen definiëren. Er zijn uiteindelijk maar 2 landen die hier echt over beslissen, de sterkhouders van de euro: Nederland en Duitsland. Alleen zij hebben recht van spreken. Per hoofd van de bevolking zijn zij de grootste netto betalers aan het steunfonds en de enige Europese economieën die gedragen door een grote export, dankzij een niet aflatende vraag uit Azië, de rug fier recht kunnen houden. Met name Angela Merkel staat onder binnenlandse druk om niet langer de hand boven de hoofden van de “laissez faire”economieën te houden.

Alleen, ondanks de opslagpremies op de Spaanse staatsobligaties door wantrouwige beleggers is de Spaanse staatsschuld als percentage van het BNP nog altijd lager dan die van Nederland en Duitsland… De markt bepaalt echter tegen welk rente tarief zij Spaanse staatsobligaties wil afnemen en het sentiment van de kapitaalmarkten wordt beheerst door vertrouwen. Als voorbeeld: een beroep op het noodfonds door Griekenland en Ierland levert Nederland een rentevergoeding op van 6%. Nederland moet haar bijdrage aan het noodfonds echter ook weer op de kapitaalmarkten lenen tegen een 5jaars rentevergoeding die voor Nederland op dit moment op 1.87% ligt…Hier zou nog wel eens een mooi rendement in het verschiet kunnen  liggen.

Na deze sombere uiteenzetting is het natuurlijk klip en klaar waar je moet investeren: Spanje! Al dit slechte nieuws is al lang verdisconteerd in de koersen en waarderingen. Op het moment dat het nieuws iets minder slecht zal zijn moeten de toekomstverwachtingen naar boven  bijgesteld worden. Als voorbeeld: Een Hollandse gepensioneerde met een 3 kamer pied a terre in de Amsterdamse pijp kan nu voor hetzelfde geld ook kiezen voor een vrijstaande villa met zwembad en uitzicht op de Middellandse zee en zich tot pensionado omvormen…Tot voor kort ondenkbaar voor dit bedrag.

Jasper Pool
www.beleggingsdoel.nl

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

3 reacties op “Spanje, land van de toekomst”

  1. Avatar

    Goed verhaal. Wel alvast Chinees leren, want dat kan wel eens de tweede taal worden in Spanje nu de Chinezen Spaanse obligaties gaan opkopen.

  2. Avatar

    en als de huizenmarkt in NL nu ook eens inelkaar zakt? dan gaat het verhaal ah slot wat minder op.

    V.w.b. de huizenmarkt; de stijging ervan zou het gevolg moeten zijn van een florerende economie en niet een stijgende economie t.g.v. een florerende huizenmarkt, want dat is wat er is gebeurd. Alle kredietruimte die daardoor ontstond maakte dat steeds dieper id schulden werd gestoken en het opgenomen geld ook nog eens vnl werd geconsumeerd ipv geinvesteerd.

    Een nieuwe keuken bestaat ook voor een groot deel uit gebakken lucht, net als zovele produkten met hoge winstmarge (electronica, voedingsmiddelen, auto’s etc. etc.) Dat men beweert dat er weinig winstmarge aan zit komt vnl omdat er heel veel schijven(tussenhandel) zijn waarover het geld verdeeld moet worden, echter, de produktie zelf kost veel minder dan doet vermoeden. Een merkspijkerbroek kost een paar euro’s, maar er zijn zoveel tussenhandelaren dat ze ieder slechts een paar euro id zak steken van het dure eindprijskaartje.

    NL mag sterk en stabiel lijken, maar we exceleren in hypotheekschulden…jaja, HAR, maar we subsidieren onze schulden daarmee gewoon uit eigen zak. Banken profiteren extra door meer rente vd NL huizenkoper te verlangen dan elders waar geen HAR geldt. dat Duitsland de sterkste economie is komt voor een groot deel omdat Duitsers behoudend zijn en een ‘niet lullen maar poetsen’ mentaliteit hebben. Wij NL hebben andere kwaliteiten, maar onze belangrijkste zet is onze welvaart vnl te koppelen aan het sterkste jongetje vd klas.

    Spanje heeft zoveel huizen, dat men heel wat babybooms aankan…en dat gebeurt niet in een miserabele economie. Bovendien kunnen er wel voldoende mensen zijn die een huis willen, maar niet kunnen betalen!(overigens, is Spanje wel helemaal klaar voor comunisme…geen gezeik, iedereen een huis rijk!)

    Bovendien vind ik het misleidend om te doen alsof een bekend staand gegeven, reeds verdisconteerd is in de prijs/markt….was ik dan echt de enige die wist wat we in huis(EU/Euro) haalden, voor de ellende met de Grieken begon?… aan de Grieken ligt/lag het echt niet, die deden gewoon wat ze al jaren ervoor deden en je moet van Mars komen wilde je dat niet weten!!! Kortom…het duurde even voor de markt dat ‘besefte’.

    Heeft u overigens ook een overzichtje van die Herengrachtindex, gecorrigeerd op basis van alle inflatievariantmodellen van de afgelopen decennia?

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *