Multimanagerfondsen: kostenstapelaars

De vermogende particulieren en stichtingen zijn de afgelopen vijf jaar massaal overgehaald door de grootbanken en vermogensbeheerders om binnen vermogensbeheer mandaten de individuele beleggingen in te ruilen voor multimanagerfondsen.

Deze fondsen maken de sturing van de portefeuille een stuk eenvoudiger voor de banken en vermogensbeheerders, immers door te muteren en te schuiven binnen deze fondsen zelf, kun je vaak in een klap het onderliggende profiel bijsturen.

Je zou denken dat het een kostenbesparing voor de relatie oplevert, maar niets is minder waar. De kosten binnen de multimanger fondsen zijn met 3-5% per jaar zeer hoog. Onduidelijk is waarom de kosten zo hoog zijn, de banken zelf zijn hierin weinig transparant.

Naast de transactie provisie en de kosten van onderliggende beleggingsfondsen zit er ook een hoge vergoeding voor het fondsmanagement, de bank zelf dus, in. Vreemd is het dan om te constateren dat de individuele relatie ook nog eens een vermogensbeheerfee van 1-1,5% moet betalen.

Het gevolg laat zich raden: een jarenlange underperformance van 5 % of meer ten opzichte van de benchmark. Ik pleit voor maatwerk en wel voor een combinatie van indextrackers, individuele obligatietitels of aandelen in combinatie met gespecialiseerde beleggingsfondsen, waarbij een goede balans en samenhang de sleutel tot succes is.

Ik hoor graag reacties en ervaringen. Ook is het mogelijk advies te vragen in concrete situaties.

Machiel Noordam van Noordam VermogensRegie is onafhankelijk vermogensbeheerder
www.Noordamvermogensregie.nl

4 gedachten over “Multimanagerfondsen: kostenstapelaars”

  1. Uw voorkeur voor trackers is uitstekend. Maar waarom dan nog individuele aandelen of obligatietitels ???
    Met trackers kan uitstekend actief en tegen lage kosten worden gehandeld, ook in combinatie met opties.

    1. @bossie: In reactie op uw vraag wil ik niet uitsluiten dat trackers een uitstekend alternatief zijn, maar bij grotere portefeuilles wil je toch ook individuele aandelen en obligaties hebben om de benchmark te kunnen verslaan.

  2. Beste Joop,

    Bedankt voor de link. Ik lees in dat artikel:

    “BeursGorilla adviseert beleggers niet alleen naar rendement, maar ook naar de kosten van een fonds te kijken.”

    Dit lijkt me behoorlijk een open deur.

    John Bogle, oprichter van de Vanguard Group, een Amerikaanse financiële instelling die index-beleggen heeft groot gemaakt, zegt over de kostenstructuur van beleggingsfondsen verontrustende dingen.

    In het artikel, zie http://www.vanguard.com/bogle_site/sp20060125.htm
    zegt hij over “the tyranny of compounding costs”:

    “Assuming an annual intermediation cost (by mutual fund managers) of only 2 ½ percent, the 8 percent return would be reduced to 5 ½ percent. At that rate, the same initial $1000 would have a final value of only $32,465—the tyranny of compounding costs. The triumph of tyranny over magic, then, is reflected in a stunning reduction of almost 80 percent in accumulated wealth for the investor . . . consumed . . . by our financial system.”

    Verder is in dat onderzoek alleen gekeken naar het rendement van vorig jaar. Als beleggingsfondsen iets voor de langere termijn zijn, wat heeft dan een vergelijking van het rendement van 1 jaar met de kosten voor zin? En waarom zijn de kosten zo verschillend.

    Groeten,
    Satilmis Ersintepe

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.